Een interieurtrend die maar niet weg lijkt te gaan, is de urban jungle trend. Geheel begrijpelijk natuurlijk, want het geeft altijd enorm veel sfeer in een interieur, al die planten. En hoe mooi het allemaal bij anderen lijkt, zelf wil je ook aan de slag om een eigen jungle in huis te creëren. Maar hoe maak je nu een eigen urban jungle?
Er zijn in ieder geval voordelen aan het maken van een urban jungle. Het grootste voordeel is dat planten goed zijn voor je zuurstofgehalte in huis en daardoor ook goed voor je gezondheid. Meer planten is huis = meer sfeer en meer gezonde lucht. Geen gek idee om direct aan de slag te gaan met een eigen jungle.
En om je daarbij te helpen zal ik je praktische tips geven over hoe je zo’n urban jungle zelf in huis kan gaan maken.
1 . Om te beginnen heb je allerlei gereedschap nodig.
Denk hierbij aan een gieter, plantensproeier (sommige planten maken luchtwortels die door te sproeien gezond blijven), een schep om aarde/potgrond te verplaatsen, een zak potgrond, een tuinschaar om je planten te snoeien en last but not least: potten. Verschillende potten die variëren in kleur en grootte. Ook kan het leuk zijn om in de vorm van de pot te variëren. Het hoeft namelijk niet allemaal rond te zijn. Hoe meer variatie, hoe gezelliger het oogt.
Wat ook handig kan zijn, zijn handschoenen. Zelf vind ik het prettig om in de aarde te wroeten zonder handschoenen, maar vaak komt er meer potgrond onder de nagels dan dat ik vantevoren zou denken. Houd daar dus rekening mee.
2. Kies planten die passen bij jouw manier van onderhouden.
De meeste planten hebben wel wat aandacht nodig. Heb je daar de tijd niet voor of ben je vaak vergeetachtig daarin? Geen probleem, denk er dan wel aan dat niet elke plant voor jou geschikt is. Begin daarom met planten die weinig verzorging nodig hebben. Er zijn veel verschillende soorten die wel eens vergeten mogen worden, zoals Aloë Vera, varens en klimop. Meer makkelijk te onderhouden planten heb ik al voor je uitgezocht en behandeld in een ander blog. In ieder geval zijn vetplanten en de meeste cactussoorten goed om mee te beginnen.
Ben je eruit welk type plant het best past bij jouw manier van verzorgen dan kan je kijken naar variaties in vorm. Er is zoveel keus. Maar, kijk eens naar de vorm van het blad, hoe breed of hoog ze zijn en of ze misschien wel bloemen krijgen in bepaalde periodes van het jaar. Daarnaast kan je ook wat planten ophangen en wat kruiden aan je interieur toevoegen. Zorgt gelijk voor een lekkere geur in huis!
3. Kies de juiste pot
Je plant kan vrijwel niet zonder pot en daarom is het belangrijk om je pot aan te passen aan je plant. Als je een plant koopt zit deze vaak al in een plastic pot, en dit is een grootte die past voor het moment dat je de plant koopt. Maar, het is eigenlijk de bedoeling om daarna jouw plant over te zetten in een potmaat groter, zodat er ruimte is om meer wortels te laten groeien en daarmee ook jouw plant.
Veel planten houden trouwens niet van teveel vocht in de aarde. Daarom zijn er potten met gaatjes in de bodem. Dit zorgt ervoor dat het water weg kan lopen. Als je niet overal water wil hebben liggen in jouw interieur, dan is er de mogelijkheid om jouw plant met plastic pot (zoals je het gekocht hebt) direct in een dichte pot te zetten. Het water kan uit de plastic pot lopen en blijft liggen in de dichte pot. Zo komt er niet zo snel wortelrot bij jouw plant voor.
4. Juiste potgrond
Wanneer je een plant koopt zit deze al in wat aarde dat past bij jouw plant. Toch is het belangrijk om te weten wat voor potgrond jouw plant nodig heeft als je de plant in een vaste pot wilt gaan zetten. De meeste planten doen het prima met universele potgrond, maar er zijn ook soorten die net iets anders nodig hebben. Op het label, dat bij aanschaf aan je plant zit, kan je vaak aflezen wat voor soort potgrond jouw plant nodig heeft. Orchideeën houden van houtsnippers, cactussen en vetplanten hebben meer behoefte aan kiezels in de grond en andere bloemsoorten houden van een iets zuurdere grond.
Uiteindelijk wil je dat jouw plant zo lang mogelijk blijft leven en daarbij is de juiste soort potgrond essentieel.
5. Licht
Planten hebben licht nodig om te groeien, dat is wel duidelijk. Maar, er zit veel verschil in wat een plant nodig heeft aan hoeveelheid licht. Kijk dus goed of een plant in de volle zon kan of juist in de schaduw en houd daar rekening mee wanneer je hem gaat plaatsen in jouw interieur. Hoe beter de hoeveelheid licht aansluit bij de behoefte, hoe mooier jouw plant zal worden.
Wanneer het niet zo goed gaat met jouw plant, kijk dan ook eens of je hem kan verplaatsen. Stond hij eerst in de schaduw en lijkt hij maar niet te groeien? Misschien is de halfschaduw een betere plek. Houd ook rekening met de warmte op het zuiden. Verkleurd het blad rood, dan betekent het vaak dat jouw plantje aan het verbranden is.
Geef je jouw plantjes regelmatig water – check
Verpot je ze 1 keer in het jaar – check
Hebben ze de juiste potgrond – check
Staan ze in het juiste licht – check
Wanneer je deze 4 bovenstaande dingen regelmatig checkt, kan het bijna niet mis gaan met jouw urban jungle!
En als je klein begint, met een paar planten, dan zal je vrij snel gaan uitbreiden. Wees gewaarschuwd: wanneer je eenmaal begint en het gaat goed met jouw plantenkindjes, dan kan het zo zijn dat straks jouw hele huis vol staat!